
Stamppot
Als je een hond hebt kom je veel buiten. Die van mij – een witte herder – zie je niet snel over het hoofd. Ik heb bijna dagelijks aanspraak. Door die ontmoetingen kom ik regelmatig opgeruimder thuis dan ik wegging. Niets relativeert zo goed als een alledaags praatje. Het is een zonnige herfstdag, er zijn veel mensen op de been in het Kralingse Bos. ‘Zo, da’s een mooie,’ zegt een oudere Rotterdammer terwijl hij naar mijn hond wijst. ‘Ja, en ze is ook lief,’ zeg ik. ‘Dat zie je zo,’ zegt de man met een. ‘Maar ze is geen doetje,’ haast ik mij te zeggen. Want die stoere kant van haar mag niet onderbelicht blijven. ‘Kijk, die van mij graaft. Dat leer je ‘m niet af.’ Zijn kleine terriër, die daarnet…