Geen woorden maar draden.

Op tv zag ik een filmfragment waarin een wasgoed strijkende vrouw interessante informatie verschafte over de stof waar ze met haar strijkijzer overheen ging. Voor mij klonk het als poëzie, zoals ze haar woorden liefdevol formuleerde. Strijken is voor haar niet gewoon strijken. Het weefsel raakt door een wasbeurt in de war, vertelde zij. De draden verliezen hun samenhang. Er is altijd één draad te midden van andere draden. Door het strijken help je de draden weer hun juiste richting terug te vinden. Zo ordent zij de verborgen wereld in een stuk textiel.

Mijn hart sprong op toen de vrouw de link legde tussen ‘textiel’ en ‘tekst’. Want ook bij het schrijven van een tekst help je de letters hun juiste richting te vinden, tot een compositie klinkend als een klok. Het bijzondere is, dat deze vrouw evenveel aandacht bleek te schenken aan haar strijksessies als aan het vertalen van romans van Dostojevski, want dat deed ze óók.

Mijn liefde voor schrijven begon op de montessori-kleuterschool. Ik ervoer de magie tijdens het creëren van woorden door het bijeenbrengen van letters en later het maken van regels, opstellen en verhaaltjes. Van het schrijven als handeling hield ik ook. Een inktpot, verzonken in de tafel, een kroontjespen, in schoonschrift de inkt overbrengen op het papier.

Op mijn twaalfde begon ik een dagboek. De stapel dagboekschriften groeide en groeit nog steeds, want zonder schrijven kan ik niet. We mogen dan gemak hebben van digitale hulpmiddelen, maar wat kan er op tegen het fysieke contact van pen op papier? Met grote woeste letters schrijven als je de pest in hebt, netjes of slordig, naar gelang je stemming.

De vrouw van het filmfragment zette mij aan het denken. Als ik strijk, droom ik nog wel eens weg. Terwijl ik de draden naar hun bestemming terug laat keren, krijg ik de geweldigste ideeën voor een verhaal. Ik vraag mij wel af of iedere draad recht heeft op de volledige aandacht, zonder inmenging van letter. En vice versa. Of mag ik de boel naar hartenlust combineren? Dáár ben ik nog niet uit. 

(De oerversie van deze column is ontstaan op papier, geschreven met een balpen.)

Scroll naar boven