Inleiding
Het is mogelijk. Dat je op een dag woont in je
tuinhuis van drie bij vier meter. Man, vrouw en grote hond. Enkelwandig, zonder
stromend water en wc. Geen douche en wasmachine in de buurt. En niet voor een
paar weekjes, nee, voor een half jaar.
Oké, het is zomer. En toen we hier introkken was het lente. Wat je lente noemt.
Het was ijskoud en het regende. Het regent trouwens veel deze zomer.
Hoe is het zo gekomen?
Als je je huis eindelijk verkoopt en die koper
wil daar binnen zes weken zijn intrek nemen. Dan rest je niets anders dan naar
een huurhuis uit te zien. Makkelijk, zal je denken. Maar dat is het niet. Het
moest gemeubileerd zijn, zoals dat dan heet. Want onze huisraad ging naar een
opslagruimte van het verhuisbedrijf.
In de vrije sector wordt voor een tijdelijke huurwoning grof geld gevraagd.
Niet op te brengen, althans niet voor ons.
Gelukkig vonden we iets goedkopers, niet ver van de plek waar we straks – rond
eind oktober – gaan wonen. Na de chaos en de hectiek van een verhuizing
nestelden wij ons daar half maart. Het bed verhuisde mee. En zo nog wat
spullen. Want zeven maanden, dat leef je niet vanuit een koffer.
Op 22 april gingen we daar weer weg. Over het hoe en waarom laat ik hier
in het midden. Maar geloof me, het was niet de bedoeling. Er was heel veel niet
de bedoeling. Dan maar op onze volkstuin een tijdelijk thuis creëren. Een
noodoplossing want een andere mogelijkheid was er niet.
Op ons volkstuinencomplex mogen we tussen zonsondergang en zonsopgang niet zijn. Maar dat kan natuurlijk niet. Want we wonen hier en waar je woont, daar slaap je. We staan netjes ingeschreven op het adres van mijn zoon, dat is allemaal heel legaal. Gewoon niet expliciet noemen, dat wonen. Dan is er geen haan die er naar kraait. Althans, tot op heden niet. En de mede-volkstuinders die het weten en met ons meeleven, zijn discreet genoeg.
Over het algemeen hebben de mensen om ons heen
een romantisch beeld van het leven dat wij nu leiden. Tussen al het groen te
wonen, de vogels van alle kanten te horen en des nachts rust te hebben is een
groot goed. Dat alles meer moeite en tijd kost, is de andere kant van het
verhaal. En na twee verhuizingen is je energie wel geslonken.
Het beste dat je dus kan doen is er over schrijven. Daar kom ik nu pas aan toe.
Want er is een opbouwfase, als je zo gaat wonen. Alles moet goed georganiseerd
zijn, anders houd je het niet vol. We hebben het nu, na ruim twee maanden,
aardig voor elkaar. Maar niet alles is zo in orde dat we zonder geklooi de dag
doorkomen. Voor Wilke komt de vakantie eraan. Dat wordt nog even doorwerken
samen.
Ik doe verslag per onderwerp. Dat lijkt me wel een aardige constructie. We zullen zien.
29 juni 2016