Dag bezoeker, welkom.
Om in leven te blijven moet ik niet alleen eten, drinken en slapen maar vooral ook schrijven en fotograferen. Het resultaat vind je hier: columns, verhalen, interviews. 

Emmy Fons

Gevlucht voor de hitte (8)

Deze wateroverlast beperkte zich niet tot het hoofd-tuinpad!

Een van mijn trouwe lezers van deze columns is erg benieuwd hoe wij met de verschillende weersomstandigheden omgaan in deze situatie. Wel, laat ik beginnen met het fenomeen regen:
Ik doe mezelf geen groter plezier dan bij regen mijn benen in rubberen laarzen steken en opgewekt door de plassen te stampen. Maar toen het twee maanden geleden zo buiten proporties bleef regenen, vond ik zelfs daar niets meer aan. In plaats van vrolijke spetterpasjes moest ik mij een weg banen door een rivier. Gelukkig reiken mijn laarzen tot aan mijn knie anders waren ze nu nog niet droog geweest.

Het begon met herfstachtig weer, net in die eerste weken van de tuinhuis-bewoning. Dit maakte de ellende nagenoeg compleet, want – zoals uit eerdere columns al duidelijk werd – was de organisatie nog niet rond. Het enige pluspuntje was dat we onze dikste kleren droegen, dit bespaarde ruimte in de ladenkast.
Op een pikzwarte dag deed ons oliekacheltje het niet meer. Juist toen was het slechts 8 graden, buiten 6 graden Celsius. Helaas was de brandstof op. Het duurde 24 uur voordat het Wilke lukte een nieuwe tank te bemachtigen.

Toen het ietsje warmer werd, kregen we pas echt nattigheid. In mijn herinnering gingen die hysterische regenbuien twee weken lang onafgebroken door. Mensen die een hond hebben, weten wat je dan als extraatje krijgt: in het tuinhuis werd het steeds vochtiger, modderiger en stinkeriger (dit woord bestaat vast niet maar wel in mijn beleving). En altijd struikel je dan over Ruby’s drinkbak, zet je je voet met sok in een plasje modderwater of wil je je haar of handen drogen en is die handdoek ook zeiknat.
In ons geval kunnen we echt niet denken: we gaan maar ’s een dagje niet naar buiten. Weet je nog wel: naar de wc, water halen, van die dingen. Gelijk met het water steeg het irritatieniveau in huize Tuinhuis.
Want het tuinencomplex was niet bestand tegen al die regen. Paden en tuinen liepen vol. De foto’s spreken voor zich. En dan heb ik het nog niet eens over die a-sociale slakken en mislukte oogsten.

Heel koud, heel vochtig en heel zielig (wij)

Enfin, alles gaat voorbij in het leven, dus dat regenen hield ook een keer op.
In Nederland zijn de ideale zomerdagen (voor mij betekent dat zo’n 21 graden, zonnig en een lage luchtvochtigheid) zeldzaam. Meestal is het zompig en soms stijgt de temperatuur daarbij naar overdreven hoogtes. Zoiets hadden we ongeveer een maand terug.
Op het tuinencomplex moet je er altijd zo’n twee graden bijrekenen, qua gevoelstemperatuur. Gek genoeg werkt dit niet bij koude, zo lullig kan het in het leven zijn.
Op de dag dat het 34 graden werd, kwamen bij ons de bestelde graszoden aan. De regenbuien hadden namelijk ons gazonnetje rondom het tuinhuis tot een modderparadijs getransformeerd. In de voorgaande jaren hadden een paar hyperactieve mollen al het voorwerk gedaan. Vandaar nieuw gras.

Wilke – ja, dit is weer eens zo’n echte mannentaak – kon dus niet anders. Je kan die opgerolde zoden niet een dagje of twee laten liggen.
Terwijl hij de klus zwoegend en zwetend klaarde, viel ik hem ondertussen bij voortduring lastig met zonnebrandcrème en -watertoediening. Wat ons op de been hield was het vooruitzicht op de airco-kamer in het hotel. De dag ervoor – het was al dagen erg warm – had ik uitgeroepen dat de 34 graden onze dood zou kunnen worden. Daarom boekten we een nacht bij het plaatselijke hotel.

Om twee uur kwamen we daar als een stel zwervers aan: zweet en vuil op de lijven, plastic tassen meezeulend en een verlepte witte hond.
Toch kregen we de sleutel van de kamer met het vrolijke getal 10. Zo brachten we de code-rood uren koel door tot de volgende ochtend 11 uur. Brandschoon en danig verkwikt van deze korte luxe vijf-sterrenvakantie, arriveerden we vijf minuten later op de tuin. Toen moest er snel gesproeid worden want de nieuwe zoden lagen er net zo slapjes bij als wij de dag ervoor. Ons andere leven ging weer verder. Nawoord: de graszoden hebben het niet gered. Al het werk was voor niets gedaan. 

Keihard werken voor een nieuw gazonnetje, dat daarna verdort in de gloeiend-hete zon

gerelateerde berichten

Scroll naar boven