Het een hoeft niet te lijken op het ander, maar je kan er toch hetzelfde bij beleven. Zo verging het mij in de herfsttijd toen ik in het bos bij mij in de buurt deze boom zag staan. Niet dat ik hem voor het eerst ontdekte. Talloze keren liep ik hier al langs en legde ik ‘m vast met de camera. Want ook al is het een dode boom, het is wel een fotogenieke reus. Een die bij bepaald licht indrukwekkend donker afsteekt tegen de achtergrond.
En nu had ik bij deze boom ineens dezelfde beleving als bij het beeld van Ossip Zadkine, De Verwoeste Stad, waarin het leed van een stad zonder hart zo grandioos is weergegeven.
Ik ken het goed, als kind werden wij al op zondagen meegenomen naar het centrum van de stad om naar het vier meter hoge bronzen beeld (in 1953 onthuld) te gaan kijken. Na de koffie togen we eerst naar de Bijenkorf om daar de etalages te bewonderen en vervolgens wandelden we naar ‘zadkien’ (zeiden wij).
Het maakte een onuitwisbare indruk op mij. Een reus, zijn armen ten hemel geheven, met kolenschoppen van handen die zowel de zware slag die de stad trof verbeeldt, als de onverzettelijke levenskracht van de Rotterdamse bevolking. Als kind al boezemde het mij ontzag in en ook eindeloos mededogen. Ik zag het leed van de reus, maar eveneens zijn kracht. Drama en hoop in één kunstwerk verweven. De maker noemde het niet voor niets zijn levenswerk. In de verder nog vrij kale stad, kwam ‘zadkien’ toen nog geheel en al tot zijn recht. Nu staat het beeld verscholen tussen de hoge gebouwen.
De kale boom in het bos heeft veel meer armen dan de grote man van Zadkine. En toch voel ik de gelijkenis. Zo sterk, dat toen ik een paar dagen later in het museum een kleinere versie van het beeld tegenkwam, ik heel even dacht: daar staat de boom. Ik fotografeerde het beeld en de schaduw ervan op de muur. De vereniging van een altijd actieve ‘zadkien’ en de bladerloze verstilde boom.
december 2018