Er was een tijd dat wij gieters water uit de sloot moesten halen om de dorst van onze planten, fruitbomen en gewassen te lessen. Dit was een helse klus, althans dat vond ik. Toen ik dan ook ergens een emmer aan een steel zag, kocht ik die onmiddellijk. Nu kon ik slootwater binnen hengelen met de emmer en die legen in de twee gieters. Ik vond het een uitdaging om zo min mogelijk kroos de emmer in te laten glippen. Zo ging het best, maar jolig werd ik er niet van. Ik vond het vooral heel zwaar. Daarom bedacht ik toen ook al dat zoiets toch meer een karwei voor een man is. Heerlijk, om daar op terug te kunnen vallen. Je begrijpt dat ik het al snel aan Wilke overliet. Maar ja, hij was er niet altijd, de planten zieltogend en ik moest dan aan de bak.
Deze wijze van begieten duurde zomerseizoenen voort.
Hier en daar hoorden we spannende verhalen over zonnepanelen en omvormers. Wij waren al blij met de accu uit onze caravan. Buiten de vakanties namen we die mee naar het tuinhuis. Dankzij de accu scheen er vaag maar dapper licht uit twee spotjes boven het aanrecht en konden we de kraan bedienen. Maar de mogelijkheid te kunnen sproeien in plaats van gieters met dit kroosrijke vocht te sjouwen, leek ons steeds aantrekkelijker.
Je voelde het al aankomen: het duurde niet lang dat de dag aanbrak dat wij er ook aan gingen. Het zonnepaneel werd op het dak geplaatst, de omvormer in het tuinhuis en sproeien maar. Op hete dagen sloot ik er zelfs een ventilator op aan.
Echter, nu we het tuinhuis intensief gebruiken en de accu een beetje lullig ging doen, moesten we een nieuwe en betere. En zo geschiedde.
We twijfelden nog even of we de koelkast hier ook op zouden aansluiten of dat we ‘m op gas zouden laten lopen. We kozen voor het laatste.
Het is veiliger om een koelkast(je!) op gas te laten draaien dan op zonne-energie. Dat blijkt wel uit de vele grijze dagen die we deze zomer hebben. Regelmatig schrokken we ’s avonds op van een waarschuwingssignaal in de vorm van een irritante pieptoon.
Het is vooral een kwestie van weten wat je wel en wat je niet kan doen en er op letten dat de omvormer niet de hele dag aanstaat. Net als bij het waterverhaal geldt ook hier: je gaat niet zomaar alles gebruiken en verbruiken zonder nadenken.
Het opladen van telefoons en laptop gaf ook problemen. Sinds een paar dagen zijn die voorbij want er is een Power Bank in ons leven gekomen. Opladen op het werk (of waar elektriciteit is), meenemen naar het tuinhuis en voeden maar die batterijen!
Hebben jullie dan geen zonne-energielampen, hoor ik jullie denken. Ja, eentje, van Ikea. De oplader leg ik overdag buiten. Dan hebben we een zwak licht in de avond. Niet genoeg om bij te lezen, wel leuk als nachtlampje als we naar de La Campa Potti moeten.
Voor de muggenjacht is er de felle led-zaklamp, die in nood altijd voor licht zorgt. Ja, muggen. Daar zal ik het ook nog een keer over hebben. Maak je borst(en) maar nat.