Dag bezoeker, welkom.
Om in leven te blijven moet ik niet alleen eten, drinken en slapen maar vooral ook schrijven en fotograferen. Het resultaat vind je hier: columns, verhalen, interviews. 

Emmy Fons

Willem III leeft! – deel 9

We kwamen dichterbij het oude Loo, dat stond te sidderen in de zon. Het was bloedheet buiten, ik zweette als een gek door deze risicovolle onderneming.
“Ik weet nog precies wanneer ik het huis en de gronden kocht,” ging Willem terug in de tijd. “Dat was op 27 november 1684.”
“Waarom ging je daar weg?” vroeg ik.
“Het Oude Loo werd te klein dus liet ik een nieuw paleis bouwen.”
“Te klein! Wat een verwende nesten brengt de adel toch voort. Maar goed, laten we erover ophouden.”

Ik stapte uit om de ketting los te maken die de toegang naar de ophaalbrug afsloot. Even later reed ik de binnenplaats op. Wat een dot van een kasteel! Geoffrey haastte zich iets uit een van de koffers te halen. Nieuwsgierig keek ik toe. Het was een met leer bekleed kistje, waarmee hij overdreven voorzichtig naar het slot liep.
“Wat zit daarin, Geoffrey, als ik vragen mag?”
“O, niks bijzonders, Alice. Het kistje zelf is een kostbaar kleinood.”
En toen struikelde hij over een richeltje en liet hij het uit zijn handen vallen. Het slot brak in tweeën, de deksel vloog open en de inhoud viel eruit. Ik zag dat het ‘De Vergulde Zwarte Hand’ was, hetzelfde boek dat ik in de kast had gevonden maar dan een mini-uitgave. Dat lag nu na te denderen op de harde tegelvloer. Een paars kokertje rolde richting een groepje hortensia-struiken. De koning-stadhouder, die alles had zien gebeuren, rende erop af en dook in het groen. Met een verwilderde haardos stak hij boven de heesters uit.

“Wat is dat daar onder je T-shirt, Willem?” Hij maakte een gebaar waarmee hij mij in één klap het zwijgen oplegde. Af en toe stak de militair in hem de kop op en maakte hij korte metten met dat wat hem niet beviel. Goed, ik zou doen alsof ik van niets wist en ook alsof ik nooit iets gezien had. 

“Er zit een ander slot op de deur”, merkte Geoffrey op. Verbouwereerd stond hij met een zeventiende-eeuwse sleutel in zijn hand. 

“Ja wat wil je dan, dat alles nog intact is na meer dan drie eeuwen?” Ik viste een sleutel uit mijn tas en draaide het slot om. “Voilà heren! Entree!” 

In de hal knipte ik het licht aan. Een mengeling van aroma’s als wildtrofeeën, boenwas en vage kippensoep kwam ons tegemoet. Al gauw drentelden Willem en Geoffrey opgewonden door het kasteel. Ik hoorde ze de ene deur na de andere openen en sluiten, trappen op- en af banjeren. Ik opende een deur en zag een houten trap waarop het zonlicht scheen dat door een venster naar binnenviel. Later eens op onderzoek uitgaan, wat daarboven te zien was, nam ik mij voor. 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

gerelateerde berichten

Scroll naar boven