Het baroktheater
Wat een verrukkelijke verrassingen kent het leven soms toch! In een donkere ruimte van het kasteel beklim ik een trap en open ik voorzichtig een deur. Daar sta ik dan, in een onvervalst baroktheatertje, intiem en charmant. Er lopen twee bezoekers rond, maar die hebben het al snel gezien. Ik niet. Nu ik het rijk alleen heb, kan ik de nog lang niet vervlogen theatergeur diep opsnuiven. Het opwindende gekraak van de eeuwenoude planken onder mijn voeten is een genot voor mijn zintuigen, die op een milde manier op scherp staan. Ik ervaar een stilte die aangenaam kalm en toch levendig is. Verrukt bekijk ik de toneelruimte van alle kanten, als laatste vanuit de vorsten-loge, waar je uiteraard het beste uitzicht hebt. Ik stel mij de bezoekers van weleer voor…
Ummagumma
Omdat ik de hoes zo mooi vind, gaf ik de oude dubbelelpee een plek in onze woonkamer. Ik heb het over het album ‘Ummagumma’ van Pink Floyd uit 1969. Je ziet een foto van de vier bandleden, maar het is niet zomaar een foto. Op de voorgrond zit de leadgitarist op een stoel in de deuropening van een huis. Lang haar en blote voeten die rusten op een gedecoreerd tapijt waarop met losse letters de naam van de band is gevormd. In de tuin wachten de andere muzikanten op hun beurt, ieder in een eigen pose. Tegen een gestucte muur rust een exotisch aandoende platenhoes met GIGI erop en het hoofd van een Zuid-Amerikaanse. Door de buikfles met de roze strik om de hals wordt dit vrouwelijke element versterkt. De…
Sporen
‘De staartmezen verzoenen een mens met heel zijn bestaan’, schreef Hans Dorrestijn in zijn ‘Vogelgids’. De schrijver trok deze conclusie nadat hij een kwartier lang vol verrukking oog in oog stond met een staartmezen-familie. De staartmeesjes zaten op een waslijn, knus tegen elkaar aan. Tot op heden had Dorrestijn op zijn wandeling door het steegje met treurige achtertuintjes alleen maar waslijnen met aaneensluitende regendruppels eraan gezien. Plotsklaps zag hij een lijn zonder druppels en dat kwam omdat die staartmezen daarop waren geland. Dit zette mij aan het denken over sporen die mens en dier nalaten. En dan heb ik het niet over al die sporen van schandelijk afval, maar over dat wat zomaar ontstaat of spullen die vergeten worden. Een vrolijk wapperend geel lint in een boom na een lentepicknick,…
Zadkine
Het een hoeft niet te lijken op het ander, maar je kan er toch hetzelfde bij beleven. Zo verging het mij in de herfsttijd toen ik in het bos bij mij in de buurt deze boom zag staan. Niet dat ik hem voor het eerst ontdekte. Talloze keren liep ik hier al langs en legde ik ‘m vast met de camera. Want ook al is het een dode boom, het is wel een fotogenieke reus. Een die bij bepaald licht indrukwekkend donker afsteekt tegen de achtergrond. En nu had ik bij deze boom ineens dezelfde beleving als bij het beeld van Ossip Zadkine, De Verwoeste Stad, waarin het leed van een stad zonder hart zo grandioos is weergegeven. Ik ken het goed, als kind werden wij al op zondagen meegenomen…
Goed ingestopt
Een mens die een ogenschijnlijk triviaal karweitje met liefde, aandacht en overgave doet, dat fascineert en ontroert mij. Zo had ik eens in een historisch vakantiepark op de Veluwe uitzicht op een chaletje. Omdat het in die septemberweek zonnig en warm was, gingen veel senioren fietsen. Zo ook het oudere echtpaar tegenover mij. Ik schatte ze rond de tachtig en ze hadden alle twee een vouwfiets, nee geen elektrische. Als ze hun fietstochtje achter de rug hadden, plaatste mijn tijdelijke buurman ze tegen de zijkant van het chaletje. In de middag genoten hij en zijn vrouw in de tuin van de zon. Kopje thee, lezen, een beetje soezen. Tegen etenstijd ging de vrouw naar binnen om de maaltijd te bereiden. Haar man liep dan naar de vouwfietsen en drapeerde daar…
Overgave
Het was een zonnige zomerse dag, niet te warm. Ik zat op een bankje aan de boulevard in het Rotterdamse Kralingse Bos. Een zacht briesje joeg de struise zeilbootjes op de plas traag vooruit. Ik had geluk dat de man op de grasmaaimachine zojuist was vertrokken. En met hem het lawaai. Ik snoof de heerlijke geur op van gras. Voor stadse begrippen waren er weinig mensen, al was ik niet alleen. Een paar banken verder had een man van een jaar of vijftig breeduit plaatsgenomen, al had hij mij niet opgemerkt. Ik nam hem vluchtig op. Een rommelige roodharige baard – waarschijnlijk met stukjes eten erin. Een woeste blik onder de borstelige wenkbrauwen. Zijn kleren al een hele tijd niet gewassen, schatte ik in. Hij leunde achterover, zijn handen ineengestrengeld…
Letters en draden
Op tv zag ik een filmfragment waarin een wasgoed strijkende vrouw interessante informatie verschafte over de stof waar ze met haar strijkijzer overheen ging. Voor mij klonk het als poëzie, zoals ze haar woorden liefdevol formuleerde. Strijken is voor haar niet gewoon strijken. Het weefsel raakt door een wasbeurt in de war, vertelde zij. De draden verliezen hun samenhang. Er is altijd één draad te midden van andere draden. Door het strijken help je de draden weer hun juiste richting terug te vinden. Zo ordent zij de verborgen wereld in een stuk textiel. Mijn hart sprong op toen de vrouw de link legde tussen ‘textiel’ en ‘tekst’. Want ook bij het schrijven van een tekst help je de letters hun juiste richting te vinden, tot een compositie klinkend als een…